De koningen der koningen
loopt door het land.
een bedelaar, een schepper
in zijn handen de maretak
van vrede en oorlog.
Deze zwerver, wandelaar
van 't land.
Deze verteller, zanger,
een lachende boedda.
Deze nacht onthult
hij zich.
De zon gaat op en onder
het zand van de weg
stuift in warmte,
zijn gelaat vertoont
zich in het schemerwater.
En de profetie
verstopt in oude ogen van dametjes
knisperende bladeren
reizende wind
oneindige zeeen
golvend op onze stranden
ontvouwt zich op het ritme van het leven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten