We zoeken in de zomer
vaak verkoeling
bij onze gedachten
aan vroeger
We zoeken en turen,
we gluren
en zonder het te weten
veranderen we langzaam.
Tot de hersft is het zo.
Verwerpen we weer
die gedachten
en kijken uit naar het nieuwe.
Verachten we de wijsheid
opgebouwd met de jaren.
Zo hier aan de verkoeling
van het stilstaand meer
Ik ben niet anders dan die anderen
Ik hoop niets te zijn
Ik wil ook wandelen in het bos der groten,
op het mos van de edelmoedigen
luisteren naar het ruisen der bladeren.
De verkoeling is tijdelijk.
Tot de volgende zomer
en de volgende
en de volgende
en de dood.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten