vrijdag, januari 14, 2005

Wenen-verwondering

Ik liep door de stad, de zon in mijn rug, een fototoestel bij de hand, een reisgids in mijn zak. Vier dagen lang struinde ik door de straten op zoek naar Wenen.
Ik verwachtte niks, ik ben er gewoon naar toe gegaan.
Een of twee keer viel ik van mijn stoel van verwondering. De eerste keer was s'avonds laat in het Kunsthistorische Museum. Na mijn eerste lange wandeling door de stad, op weg naar mijn hotel, zag ik daar de twee grandioze gebouwen tegenover elkaar staan. Tegenover dit museum vol naakten van Rubens, staat namelijk het evenzeer imposante Naturhistorische Museum .
En alhoewel ik verwonderd en bewonderend langs alle Rubens liep (zo bewonderend zelfs dat alle andere (vooral Italiaanse) meesters mij niet meer konden bekoren), was het de intree die mij met open mond deed staren.
De entree is goddelijk, ik kan het niet uitleggen. Maar je waant je in een trappenhuis naar de hemel. De plafondschildering van Munkácsy, en de versieringen van Makart, maar vooral van de gebroeders Klimt en hun vriend Franz Matsch.
De tweede keer dat ik verwonderd was, was in hetzelfde gebouw, bij een schilderij van Vermeer..."de schilderkunst"...daar zal ik later maar eens iets over moeten opschrijven.

Geen opmerkingen: