Soms is het heerlijk stil in Amsterdam.
Tot de tram klingelt,
een junk schreeuwt
de hond blaft,
En als het College van Burgemeesters en Wethouders
zich er over buigt.
Posts tonen met het label gedichten 2009. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gedichten 2009. Alle posts tonen
maandag, december 14, 2009
zaterdag, december 12, 2009
ruisende rietzangerslied
Ik ben de vreemde man
bezeten, geredigeerd.
Ik knal, drink, zing iets over
het leven.
Nee geen Ramses Shaffy
in dit gedicht,
maar de man die over het wandelpad
langs het water
richting polder struint.
Een koude winterzon, die troebel door
de lichte blauwwitte slierten
schijnt.
Mijn stappen verdwijnen in stilte,
slechts het ruisen van het water
verdrinkt dit verdriet
van gelukkig zijn.
bezeten, geredigeerd.
Ik knal, drink, zing iets over
het leven.
Nee geen Ramses Shaffy
in dit gedicht,
maar de man die over het wandelpad
langs het water
richting polder struint.
Een koude winterzon, die troebel door
de lichte blauwwitte slierten
schijnt.
Mijn stappen verdwijnen in stilte,
slechts het ruisen van het water
verdrinkt dit verdriet
van gelukkig zijn.
maandag, november 30, 2009
Alpenweiden en bekering nabij
Op de winkelruit stond geschreven
'Wie onwetend is, wordt nooit gered'.
Ik zag de dame voor me die dit had geschreven
strakke kousen, en een rond figuur,
de wellustelingen die niet kunnen lezen
stonden voor haar in de rij.
Ik ben toen begonnen te drinken,
liever zat dan blij.
'Wie onwetend is, wordt nooit gered'.
Ik zag de dame voor me die dit had geschreven
strakke kousen, en een rond figuur,
de wellustelingen die niet kunnen lezen
stonden voor haar in de rij.
Ik ben toen begonnen te drinken,
liever zat dan blij.
maandag, november 16, 2009
De boerderij van Roos
Heb ik weer,
ik ga het dorpje missen.
Het fietsen, ik weet altijd de weg
zo veilig.
Ronflonflon, een masker van de Tins
die Nits heten.
De laatste beesten gaan verhuizen,
Ik weet het niet
maar misschien voel ik me daar
ook wel thuis.
Soms, ik weet niet, maar
dan ben ik gelukkig.
Als er publiek is.
Als er leven is in de zaal.
Sommige vragen
kan je vergeten,
dan gaat het sneller voorbij.
Tis mooi, Tis goed
Weet ik niet zo goed.
Tis de boerderij van Roos.
ik ga het dorpje missen.
Het fietsen, ik weet altijd de weg
zo veilig.
Ronflonflon, een masker van de Tins
die Nits heten.
De laatste beesten gaan verhuizen,
Ik weet het niet
maar misschien voel ik me daar
ook wel thuis.
Soms, ik weet niet, maar
dan ben ik gelukkig.
Als er publiek is.
Als er leven is in de zaal.
Sommige vragen
kan je vergeten,
dan gaat het sneller voorbij.
Tis mooi, Tis goed
Weet ik niet zo goed.
Tis de boerderij van Roos.
dinsdag, oktober 20, 2009
Dan valt er nog wat te verbeteren
Als ik mezelf zie
als een stroom vol kolken en dieptes
overschat ik de rivier.
Als ik mezelf zie
als een hortende en stotende trompet,
cello en bas.
Wie weet.
Als ik mezelf beschouw
als een dwarrelwind,
soms krachtig, soms stil,
vaak wisselvallig.
Dan zit ik er naast.
Als ik over mezelf denk,
ja dat komt nog wel,
zo ben ik pessimistisch.
Als ik bedenk
dat het me nog niet lukt
mezelf te vatten in juist rijm.
Dan ben ik gelukkig.
Heftig gelukkig
als een stroom vol kolken en dieptes
overschat ik de rivier.
Als ik mezelf zie
als een hortende en stotende trompet,
cello en bas.
Wie weet.
Als ik mezelf beschouw
als een dwarrelwind,
soms krachtig, soms stil,
vaak wisselvallig.
Dan zit ik er naast.
Als ik over mezelf denk,
ja dat komt nog wel,
zo ben ik pessimistisch.
Als ik bedenk
dat het me nog niet lukt
mezelf te vatten in juist rijm.
Dan ben ik gelukkig.
Heftig gelukkig
maandag, juni 29, 2009
Zo onder de regen
Ik ben soms niet anders dan een blad in de wind
sprak de gemakzuchtige.
Niet gerekend op de regen, maar ik toom de stroom
zei de krachtige.
Het maakt niet of de wind waait, of de zon schijnt
zong de dichter,
ik drijf.
Wie weet, ik spring liever niet
meenden de angstige, de bange, de filosoof.
Wie weet, gaan we liever lopen
zo langs de oever. We genieten van de oeverplanten.
En met vereende krachten
ontwierpen de slimme, de werker en zijn gezellen
een boot.
Ondertussen schiep God de bijbel, en schreef een regenboog.
Plantte een boom, richtte zich op, en bedong de liefde.
En wij, allen, gingen hem na.
sprak de gemakzuchtige.
Niet gerekend op de regen, maar ik toom de stroom
zei de krachtige.
Het maakt niet of de wind waait, of de zon schijnt
zong de dichter,
ik drijf.
Wie weet, ik spring liever niet
meenden de angstige, de bange, de filosoof.
Wie weet, gaan we liever lopen
zo langs de oever. We genieten van de oeverplanten.
En met vereende krachten
ontwierpen de slimme, de werker en zijn gezellen
een boot.
Ondertussen schiep God de bijbel, en schreef een regenboog.
Plantte een boom, richtte zich op, en bedong de liefde.
En wij, allen, gingen hem na.
maandag, juni 08, 2009
Het meer, het dennebos, en het vooruitstaren
De zon als oppergod
in mijn domein
schitterde op mijn gladde blanke rug,
terwijl ik de houten boot
boende.
Bracht mij terug naar het wezenlijke
van man; zweet en gereedschap,
de 'toolman'.
Niks hier over het resultaat
maar alleen een zin over het voor je uit staren
nadat het werk is gedaan.
Kan er ook niks over zeggen
want het is nooit gebeurd.
Maar in deze zaken
mag je af en toe
liegend dichten.
Het verlicht het leven.
in mijn domein
schitterde op mijn gladde blanke rug,
terwijl ik de houten boot
boende.
Bracht mij terug naar het wezenlijke
van man; zweet en gereedschap,
de 'toolman'.
Niks hier over het resultaat
maar alleen een zin over het voor je uit staren
nadat het werk is gedaan.
Kan er ook niks over zeggen
want het is nooit gebeurd.
Maar in deze zaken
mag je af en toe
liegend dichten.
Het verlicht het leven.
vrijdag, maart 06, 2009
hopen op leven
Als de dame in de rode kleren
langs mij stapt.
Ik de vlaamse bellen
klingel klangel,
zoals het duitse kraftwerk.
Ben ik zo hongerig
naar het leven
dat het pijn doet.
Zullen we dan eindelijk kunnen slapen
tot we het vergeten
en alleen nog blij zijn
langs mij stapt.
Ik de vlaamse bellen
klingel klangel,
zoals het duitse kraftwerk.
Ben ik zo hongerig
naar het leven
dat het pijn doet.
Zullen we dan eindelijk kunnen slapen
tot we het vergeten
en alleen nog blij zijn
maandag, februari 16, 2009
The Glory of Love - Reed I
De maan in al haar wijsheid
draait,
maar je stapt net op
het verkeerde moment
in haar baan.
Gisteren nog fietste ik erlangs.
Ik keek omhoog en zag
niemand staan.
En nu nog, denk ik
bij mezelf,
wanneer de muziek stopt
en de stilte waaiert uit
over het land.
Zal ik dan nog mijn
voeten op de grond
warm stampen?
Warme klei.
draait,
maar je stapt net op
het verkeerde moment
in haar baan.
Gisteren nog fietste ik erlangs.
Ik keek omhoog en zag
niemand staan.
En nu nog, denk ik
bij mezelf,
wanneer de muziek stopt
en de stilte waaiert uit
over het land.
Zal ik dan nog mijn
voeten op de grond
warm stampen?
Warme klei.
zondag, februari 15, 2009
Winter maakt ons vrolijk Tom
Niemand kent de weg
naar boven.
Want ze lopen langs elkaar heen.
Trek de deur achter je dicht,
als je gaat
beloven.
Niemand weet waarom hij huilt,
ze verdwenen een voor een
de buren, de vrienden, de bakker
om de hoek. Alleen een boek.
Niemand wordt verstaan,
slechts door de wind
die al waait
sinds mijn god is opgestaan.
Een dichterlijk einde kan ook hoekig zijn.
naar boven.
Want ze lopen langs elkaar heen.
Trek de deur achter je dicht,
als je gaat
beloven.
Niemand weet waarom hij huilt,
ze verdwenen een voor een
de buren, de vrienden, de bakker
om de hoek. Alleen een boek.
Niemand wordt verstaan,
slechts door de wind
die al waait
sinds mijn god is opgestaan.
Een dichterlijk einde kan ook hoekig zijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)